Bedragen x 1.000
Rekening 2020 | Primitieve begroting 2021 | Actuele begroting 2021 | Rekening 2021 | Verschil Act. begr./Rek. 2021 | ||||||
Lasten | 22.267 | N | 18.826 | N | 22.667 | N | 20.751 | N | 1.916 | V |
Baten | 11.062 | V | 11.359 | V | 14.269 | V | 16.985 | V | 2.716 | V |
Storting reserve | 11.428 | N | 7.564 | N | 10.456 | N | 9.323 | N | 1.133 | V |
Onttrekking reserve | 15.927 | V | 8.939 | V | 12.019 | V | 8.413 | V | 3.607 | N |
Resultaat | 6.706 | N | 6.093 | N | 6.835 | N | 4.677 | N | 2.158 | V |
Omgevingsvergunningen € 2.820.000 V
In 2021 hebben we te maken met meer grote bouwaanvragen, welke een incidenteel positief effect hebben op de legesinkomsten. Daarnaast zien we een flinke toename van het aantal kleine bouwvergunningen (tot € 200.000), die hebben echter weinig invloed op de legesinkomsten (slechts 10%). Deze laatste categorie leidt wel tot hogere kosten. Het grillige verloop van bouwaanvragen blijft lastig te voorspellen. Het gros van de grote aanvragen heeft plaats gevonden in de tweede helft van 2021, waardoor dit bij de Actualisatie niet is voorzien. De totale extra opbrengsten ten opzichte van de begroting bedragen circa € 3,2 miljoen. De extra inzet heeft geleid tot een extra kostenpost van € 370.000.
Ruimtelijke ontwikkeling algemeen € 200.000 N
Binnen het product RO-algemeen wordt gewerkt aan verschillende RO-vraagstukken zoals onder andere het opstellen van visies, actualisering van beleid, het voeren van verkennende gesprekken met initiatiefnemers, het onderhouden van netwerken en procesoptimalisatie. Daarnaast wordt ook de behandeling van verschillende ruimtelijke initiatieven die niet gerelateerd zijn aan een bestemmingsplanherziening, zoals burgerinitiatieven hierop geboekt. Er is op dit vlak sprake van een fors stijgende toename van werkzaamheden. Het gaat bij de verdere toename vooral om het verder aanjagen van de (sociale)woningbouwversnelling, het behandelen van ruimtelijke burgerinitiatieven en het investeren in landelijke, provinciale en regionale netwerken.
Bestemmingsplannen € 330.000 N
In 2020 zijn we gestart met anders organiseren en strakkere sturing op de ruimtelijke plannen en procedures om de kosten en opbrengsten dichter bij elkaar te krijgen, waaronder de aanpassing van de leges en kostenverhaal via overeenkomsten. Het is nog niet volledig gelukt om het voldoende dichtbij elkaar te brengen. De kosten zijn € 150.000 hoger dan verwacht en de opbrengsten zijn € 180.000 lager dan begroot. Aantallen ruimtelijke procedures zijn altijd grillig en ook de inkomstenkant is nog onvoorspelbaar.
Vanwege de invoering van de Omgevingswet en de veranderingen die daarmee gepaard gaan, is de focus nu op de aanpassing en optimalisatie van de processen en afhandeling van de bestemmingsplannen en bijbehorend kostenverhaal onder de Omgevingswet. De effecten daarvan worden na 2023 zichtbaar.
Implementatie Omgevingswet € 101.000 V
In 2021 zijn grote stappen gezet als voorbereiding op de invoering van de Omgevingswet en het ontwikkelen van een omgevingsvisie. De invoering van de Omgevingswet was uitgesteld naar 1 juli 2022. Een gedeelte van de voorbereidende werkzaamheden zijn daarmee ook opgeschoven in de tijd: informeren van initiatiefnemers, oefenen, aansluiting op het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) vindt plaats in 2022. Vanuit het Rijk zijn extra middelen verstrekt voor het invoeren van de Wet kwaliteitsborging bouw als onderdeel van de Omgevingswet. Inmiddels schuift de invoering verder door naar 1 oktober of 1 januari 2023. Ingeschat wordt dat de reeds beschikbare middelen voor 2022 en de extra middelen van het Rijk ter hoogte van € 62.000 voldoende zijn om de implementatie verder vorm te geven en af te ronden voor de nieuwe invoeringsdatum.
Structuurvisie buitengebied; ontvangsten functiewisselingen € 60.000 N
Storting in reserve landschapsfonds € 60.000 V
De ontvangsten met betrekking tot functiewisselingen bleven met € 60.000 achter ten opzichte van de raming. Dit heeft geresulteerd in een overeenkomstige lagere storting in de reserve. Om een stijging van de ontvangsten te realiseren is een aanpassingen van de uitgangspunten van het landschapsfonds nodig zodat we zorgen voor meer kostendragers. Dit wordt gekoppeld aan de uitwerking van de omgevingsvisie. Daardoor was het in 2021 nog niet mogelijk om meer opbrengsten te realiseren.
Daarnaast zijn er kosten gemaakt ter hoogte van € 100.000 voor een aantal projecten waar bijdragen van andere gemeenten of de provincie tegenover staan. Deze kosten hebben onder andere betrekking op de groene grens en de gebiedsontwikkeling in het Binnenveld. Per saldo heeft dit een neutraal effect op het resultaat.
Veluwse poort € 117.000 V
Alle baten en lasten voor zowel de projecten Spoorzone en Parklaan worden met de betreffende reserves verrekend. Het resultaat loopt daarmee normaal gesproken neutraal in de exploitatie. Voor een gedeelte van de kosten zijn echter investeringskredieten beschikbaar gesteld. Hier ontstaat een resultaat op de geraamde kapitaallasten vanwege het op een later tijdstip inzetten van deze kredieten. Daarmee vallen de voor 2021 geraamde kapitaallasten vrij. Overige verschillen in lasten (€ 2,8 miljoen V) en baten (€ 1,1 miljoen N) worden veroorzaakt door:
- Bij de Spoorzone wordt in praktijk een deel van de kosten gemaakt door Prorail. Deze kosten zijn in beeld, maar het opstellen van de verrekeningen vindt achteraf plaats.
- Lagere uitvoeringskosten in 2021 leiden daarnaast tot een lager beroep op bijdragen van derden in 2021.
De voortgang op de projecten Spoorzone en Parklaan wordt in de paragraaf Grote Projecten uitvoerig toegelicht.
Facilitaire plannen (Act. 2021: € 300.000 N) € 330.000 N
Ook in 2021 voerden we werkzaamheden uit voor ruimtelijke plannen van particuliere initiatiefnemers. De kosten die we maken, verhalen we op deze initiatiefnemers. Ten opzichte van de begroting hebben we circa € 1.050.000 aan meerkosten gemaakt. Deze worden voor circa € 720.000 gedekt door opbrengsten van initiatiefnemers. Per saldo resulteert dit in een nadeel van circa € 330.000.
We constateren dat we doordat we de laatste jaren steviger hebben ingezet op de opbrengstenkant, ureninzet en proces strakker hebben neergezet dat de tekorten op nieuwe projecten fors minder zijn, dan wel kostenneutraal worden. Maatregelen die we hebben genomen zijn: urenregistratie aanpassen, contracten aanpassen, kostenverhaal middels plankostenscan besproken en aangepast op ons proces. De komende jaren blijven we dit monitoren en evalueren om het op die manier steeds strakker te krijgen en het tekort steeds kleiner te maken.
Het nadeel bestaat grotendeels uit tekorten op facilitaire plannen met contracten uit het verleden. Uitschieter daarbij is het ENKA-terrein. Dit project is verantwoordelijk voor meer dan de helft van het tekort. Ook bij nieuwe plannen blijven werkzaamheden (en dus uren) die voortkomen uit de omgevingsdialoog, bezwaarprocedures met betrekking tot bestemmingsplannen e.d. niet te verhalen op de ontwikkelaars. Hier houden we als gemeente een verantwoordelijkheid (en dus risico).