Bedragen x € 1.000
Rekening 2020 | Primitieve begroting 2021 | Actuele begroting 2021 | Rekening 2021 | Verschil Act. begr./Rek. 2021 | ||||||
Lasten | 93.379 | N | 85.182 | N | 91.031 | N | 89.926 | N | 1.105 | V |
Baten | 3.395 | V | 1.978 | V | 2.289 | V | 2.244 | V | 45 | N |
Storting reserve | 2.754 | N | 184 | N | 1.213 | N | 3.664 | N | 2.451 | N |
Onttrekking reserve | 1.829 | V | 2.068 | V | 1.292 | V | 1.802 | V | 510 | V |
Resultaat | 90.910 | N | 81.320 | N | 88.663 | N | 89.544 | N | 881 | N |
Transformatieopgave sociaal domein (Act. 2021: € 975.000 N) € 975.000 N
In de perspectiefnota zijn we uitgebreid ingegaan op de ontwikkelingen in het sociaal domein en het perspectief op de toekomst. Onder invloed van externe én interne ontwikkelingen is de transformatie op stoom. We zien samenhang en beweging tussen de producten en diensten die we aanbieden. Preventie en actiever doorverwijzen naar de sociale basis of over de domeinen heen, voorkomt uitgaven voor dure (maatwerk)zorg maar vraagt tegelijkertijd om investeringen in vooral de sociale basis. Bij diverse maatwerkvoorzieningen zien we voordelen die echter niet altijd te relateren zijn aan deze inspanningen aan de voorkant of als resultaat van de diverse ombuigingsvoorstellen.
Bij de actualisatieparagraaf van de programmabegroting hebben we die verbinding met de bovenstaande taakstelling 2021 gelegd met een aantal voordelen waarmee een voordeel van (afgerond) € 0,5 miljoen zichtbaar werd. In de programmarekening zien we per saldo een nadeel van € 45.000, die in de onderstaande tabel en bij de afzonderlijke activiteiten is toegelicht.
Financiële transformatieopgave SD | Programma | Actualisatie | Rekening |
---|---|---|---|
Openstaande taakstelling 2021 | 3 | € 975.000 N | € 975.000 N |
Domein-overstijgende samenwerking | 3 | € 425.000 V | € 510.000 V |
Thuisondersteuning mantelzorgers | 2 | € 250.000 V | € 280.000 V |
Thuisondersteuning cliënten | 3 | € 200.000 V | € - |
Begeleiding, dagbesteding en kortdurend verblijf | 3 | € - | € 190.000 N |
Eigen bijdrage Wmo | 3 | € - | € 150.000 V |
Jeugdhulp | 3 | € 600.000 V | € 400.000 N |
Jeugdhulp - Corona-compensatie Rijk | 8 | € - | € 180.000 V |
Niet verdeelde volumecompensatie | 8 | € - | € 400.000 V |
Totaal resultaat | € 500.000 V | € 45.000 N |
Bovengenoemde rekeningresultaten worden bij de Meerjarenbeleidsvisie 2023-2026 vertaald naar structurele effecten en afgezet tegen de nog openstaande structurele ombuigingstaakstelling van ca. € 1,6 miljoen. Dan worden ook alle onderhanden ombuigingen 2022-2024 zo goed als mogelijk weer tegen het licht gehouden.
Van versterken regie naar transformatie sociaal domein € 240.000 V
Voorstel tot resultaatbestemming € 240.000 N
Vanwege de contactbeperkende maatregelen zien we een onderbesteding op de personele inzet om de transformatie verder vorm te geven. We betrekken deze bij de opgave in 2022. Hiertoe hebben we een inventarisatie gedaan naar de verdere opleidingswensen en verdere professionalisering van de teams.
Voor een nadere toelichting verwijzen wij u naar de paragraaf grote projecten, onderdeel sociaal domein.
Domein-overstijgende samenwerking (Act.2021: € 425.000 V) € 510.000 V
Bij de ontwikkeling 2021 is eerder beschreven dat in de loop van 2018 de pilot ‘Thuis Geven’ van start is gegaan. In de pilot wordt één arrangeur verantwoordelijk voor het organiseren van het gehele zorgarrangement, over de domeinen heen. Het ministerie van VWS heeft de pilot omarmd en afgelopen augustus is er voor drie gemeenten (Ede, Dongen en Hoogeveen) een specifieke uitkering voor de gehele periode 2018-2022 beschikbaar gesteld.
Onze inschatting bij de actualisatie is gebaseerd op circa 250 cliënten en een maximale vergoeding van € 2.725 per cliënt. Een percentage van 62,5% wordt dan ontvangen in het kalenderjaar 2021 en een percentage van 37,5% in het kalenderjaar 2022. In onze definitieve aanvraag zijn we uitgegaan van het maximale mogelijke aantal van 300 cliënten in de regeling, hierdoor valt de bijdrage hoger uit.
De definitieve vaststelling gaat op basis van werkelijk aantal cliënten, waarbij de regie bij onze aanbieder ligt.
Thuisondersteuning cliënten (Act. 2021: € 200.000 V) € -
Vorig jaar zagen we de voordelen van een verbeterde toegang en regie en passend indiceren. Ook zagen we toen een lager effect op de invoering van het abonnementstarief. Het aantal cliënten dat gebruik maakt van thuisondersteuning stijgt echter nog steeds en in 2021 met circa 5%. Een deel hiervan betreft de omzetting van mantelzorgers naar een maatwerkvoorziening, maar ook het abonnementstarief, de vergrijzing en het langer thuis wonen, mogen genoemd worden. De extra indicaties hebben vanzelfsprekend ook tot extra personeelsinzet geleid.
Begeleiding, dagbesteding en kortdurend verblijf (Act. 2021: € 0) € 190.000 N
Dit budget wordt door vele factoren beïnvloed welke verschillend van aard zijn. Enerzijds zien we een daling in de waarde van de indicaties doordat de ingezette ombuigingsmaatregelen effect hebben. We indiceren minder begeleiding specialistisch en zien een groei bij reguliere begeleiding. Tevens daalt de totale waarde van de indicaties door passend indiceren. Tegelijkertijd zien we echter een hogere uitnutting van indicaties, dit was een vooraf gesignaleerd risico. Indien aanbieders hun personeelsbestand niet inkrimpen ontstaat er ruimte om indicaties meer te verzilveren. We zien diverse verschuivingen optreden vanuit Jeugd (18-/18+), beschermd wonen en de Wlz. We zoeken we naar andere ondersteuningsmogelijkheden, minder inzet van specialistische hulp en versterken van de regie. Door passend indiceren en strakke opdrachtverstrekking richting aanbieders kunnen we richting onze inwoners goede begeleiding en ondersteuning blijven bieden tegen afnemende kosten. Het blijft een uitdaging om met aanbieders te zoeken naar een juiste balans in de reguliere en specialistische begeleiding. Niet alle aanbieders hebben hun bedrijfsvoering afgestemd op dit verschil in tarieven. Er zijn nog diverse effecten van corona merkbaar. Dagbesteding was niet altijd geopend, en een wmo doel als opbouw sociaal netwerk was niet goed te realiseren. Nog onduidelijk is wat hier de lange termijn effecten gaan zijn. Ondanks een door ombuigingen verlaagd budget, zien we geen significante financiële effecten op dit moment. De vele ontwikkelingen maken wel dat strakke monitoring en sturing op dit budget noodzakelijk blijft.
Budget en kosten op zorgjaar: (2015-2021)
Als we de kosten van begeleiding, dagbesteding en kortdurend verblijf 'zuiver' op het jaar zetten (bijvoorbeeld kosten van 2020, die in 2021 betaald zijn, tellen we op het jaar 2020 etc.), ontstaat het volgende beeld:
We zien in bovenstaande grafiek in de jaren tot en met 2018 vooral een zoektocht en proces van verschuiving cliënten naar de gemeente met de daarbij behorende voormalige AWBZ-middelen. Daarna volgt een daling van budget en kosten als effect van de ombuigingen. De stijging in het budget 2020 betrof met name de transformatiebeweging om jongvolwassenen onder te brengen bij de Wmo in plaats van de verlengde jeugdhulp. Vanaf 2021 daalt het budget (en kosten) opnieuw vanwege de vanaf 2018 ingezette transformatieopgave. We kennen een budget van € 10,2 miljoen en een nadeel (zuiver op jaar) van € 31.000.
Eigen bijdrage Wmo € 150.000 V
De groei van het aantal cliënten gaat gestaag door en daarmee ook de opbrengst eigen bijdrage. Dit wordt versterkt door de extramuralisering bij beschermd wonen, waarbij cliënten van intramuraal naar een lokaal ggz-arrangement verschuiven, waarvoor het abonnementstarief geldt.
Jeugdhulp (Act. 2021: € 600.000 V) € 400.000 N
We zien dat de laatste maanden van 2021 het beroep op zorg in natura is toegenomen. Deze toename komt vooral tot uitdrukking in de ambulante begeleiding en behandeling. Grotendeels is dit toe te schrijven aan corona en de hiermee samenhangende nadelige effecten van lockdowns. Het precieze effect van de nadelige effecten van corona valt echter niet vast te stellen. Het totale nadeel zorg in natura bedraagt € 370.000. Daarnaast houden we rekening met € 180.000 meerkosten die zorginstellingen hebben gemaakt in het kader van coronamaatregelen. Door het Rijk zijn we in de decembercirculaire gecompenseerd voor de meerkosten corona. Dit zorgt voor een voordeel van € 180.000. Deze aanvullende middelen worden niet verdeeld over de programma’s maar zijn zichtbaar binnen programma 8 Bestuur en Organisatie.
In de perspectiefnota zijn middelen beschikbaar gesteld voor crisiscapaciteit en complexe problematiek. Door beperkte beschikbaarheid van personeel zijn deze middelen niet volledig ingezet waardoor er een voordeel ontstaat van € 90.000. Daarnaast moest de beschikbare capaciteit deels worden ingezet ter vervanging van langdurig ziek personeel. Deze inzet is gecompenseerd uit de P-reserve waardoor er € 205.000 uit de reserve is onttrokken.
Bij het Knooppunt Jeugd Foodvalley zijn de bedrijfsvoeringskosten € 210.000 hoger dan begroot. Dit komt doordat er meer capaciteit is ingezet om het in de laatste jaren toegenomen takenpakket van de regionale samenwerking vorm te geven.
In onderstaande grafiek is de ontwikkeling van het budget en de kosten weergegeven over afgelopen jaren. Door de temporisering van de transformatieopgave, aanvullende middelen voor crisiscapaciteit en prijs- en volumecompensatie is het budget in 2021 toegenomen. De stijging van de kosten zoals hiervoor beschreven is in onderstaande grafiek ook zichtbaar.
Maatwerkvoorzieningen Wmo en jeugd - meerkosten Corona 2020 (Act. 2021: € 185.000 V) € 185.000 V
Toevoegen aan Reserve Steun en Herstel Corona (Act. 2021: € 185.000 N) € 185.000 N
Uit de afwikkeling van de meerkosten Corona 2020 met de aanbieders van maatwerkvoorzieningen blijken minder kosten vergoed te zijn, dan het landelijk verkregen budget. Bij de toekenning van compensatie aan aanbieders zijn de landelijke richtlijnen toegepast.
Ook voor het jaar 2021 volgen we deze landelijke lijn om de compensatieregeling meerkosten te continueren. Bij de decembercirculaire 2021 hebben we hiervoor € 0,5 miljoen ontvangen die via programma 8 voor dit doel gereserveerd wordt. De uitvraag van deze meerkosten naar de aanbieders heeft plaatsgevonden en wordt in het voorjaar 2022 afgerond.
Hulpmiddelen en Woonvoorzieningen (Act. 2021: € 100.000 N) € 200.000 N
Het budget hulpmiddelen heeft vanaf 2021 een neerwaartse bijstelling van het Rijk gekregen als gevolg van een uitname ten behoeve van de Wlz. Het structurele nadeel is betrokken bij de financiële opgave van de ombuigingen Sociaal Domein. Van onze leverancier zijn daarnaast signalen ontvangen dat corona, maar ook de recente afsluiting van het Suezkanaal, grote gevolgen heeft voor de goederenketen. De verminderde beschikbaarheid van materialen, grondstoffen (staal, aluminium) en componenten zoals elektronica en chips heeft al geleid tot kostenstijgingen. De voorspelbaarheid van productie, vervoer en levering is lastig. We blijven dit monitoren.
De vraag naar woningaanpassingen fluctueert jaarlijks. De situatie op de woningmarkt leidt ertoe dat we meer moeten aanpassen. Verhuizen is vaak geen optie is omdat geschikte woningen ontbreken. Ook het groeiend aantal ouderen zorgt voor een stijgende behoefte aan woningaanpassingen en scootmobielstallingen, deze zijn samen met Woonstede gerealiseerd. De aanbesteding voor de levering van trapliften kent een hogere prijs dan in het verleden. We zien ook steeds meer een doelgroep met hoog inkomen die om woningaanpassingen vraagt. Sinds de invoering van het abonnementstarief is het aantrekkelijk voor deze doelgroep om voorzieningen via de gemeente aan te vragen. Landelijk is er echter beweging voor een herziening van het abonnementstarief en een compensatie van hierdoor gestegen kosten. Zie hiervoor ook de toelichting bij de het onderdeel "Ontwikkelingen in 2021".
Vraagafhankelijk vervoer (Act. 2021: € 250.000 V) € 250.000 V
Als gevolg van de coronacrisis zien we een afname in het aantal ritten. Gevolg is derhalve ook minder kosten resulterend in een voordeel voor 2021 van € 250.000.
Aanvullende inkomensvoorziening € 300.000 V
In 2021 is, ondanks een gelijkblijvend aanbod, minder beroep gedaan op de aanvullende inkomensvoorzieningen. De oorzaak hiervan is grotendeels dat het bestand in de bijstand is gedaald waardoor er minder aanvragen in het kader van bijzondere bijstand en het minimabeleid zijn gedaan. Daarnaast zijn de kosten lager uitgevallen doordat een pilot heeft plaatsgevonden met refurbished laptops.
Als gevolg van een kleiner bijstandsbestand is ook minder gebruik gemaakt van de collectieve ziektekostenverzekering. Ook de aanvragen voor kindpakketten, laptops en fietsen namen daardoor af. Tevens waren sport, recreatie en culturele activiteiten geruime tijd dicht voor publiek als gevolg van de landelijke coronamaatregelen. Er zijn daardoor minder aanvragen voor tegemoetkoming in de kosten gedaan. Zowel de uitgaven op kinderopvang als de uitgaven op inrichtingskosten namen toe wegens het realiseren van een hogere taakstelling huisvesting statushouders.
De kosten voor bewindvoering hebben zich gestabiliseerd. Dit is het effect van de maatregelen die genomen zijn om de kosten van bewindvoering te beheersen.
Schulddienstverlening € 170.000 V
Voorstel tot resultaatbestemming € 30.000 N
Voor de implementatie van de pilot Vroegsignalering, die gestart is in mei 2021, zijn middelen onttrokken aan de Reserve Steun en herstel Corona. De pilot heeft vertraging opgelopen doordat de meldsystemen nog niet goed op elkaar waren aangesloten. Wij stellen voor om € 30.000 toe te voegen aan de reserve overlopende verplichtingen zodat de pilot afgerond kan worden.
Een deel van de vergoeding van het Rijk voor de uitvoering van de TOZO en TONK regelingen, zie productgroep Inkomensvoorziening, is doorgeschoven onder deze noemer. Doordat een deel van de reguliere capaciteit is ingezet ontstaat zo een voordeel van € 0,1 miljoen.
Maatschappelijke opvang - Brede aanpak dak- en thuisloosheid - (Act. 2021: € 2.000.000 V) € 2.150.000 V
Maatschappelijke opvang - Dotatie aan de reserve MO (Act. 2021: € 1.600.000 N) € 1.750.000 N
Maatschappelijke opvang - Dotatie aan de reserve BW (Act. 2021: € 400.000 N) € 400.000 N
V oor de transformatie van leegstaand vastgoed naar sociale huur hebben we in 2020 € 1,0 miljoen vanuit het ministerie van BZK ontvangen. Hieruit is in 2021 de onrendabele top van de nieuwbouwlocatie warenhuis Geels gesubsidieerd. Vanuit het plan van aanpak ‘Iedereen een eigen passende woonplek’ hebben we in 2021 een bedrag van € 3,5 miljoen vanuit het ministerie van VWS ontvangen. Hiervan is € 2,0 miljoen bestemd voor begeleiding aan cliënten die op deze locaties komen te wonen. Aangezien de locaties niet in 2021 opengaan, worden de begeleidingskosten niet in 2021 gemaakt. De overige € 1,5 miljoen is grotendeels ingezet voor de renovatie van de opvang en het continueren van Housing First. Het extra budget Housing first was in 2021 niet volledig nodig, waardoor € 150.000 kan worden gereserveerd voor de uitvoering in 2022.
Maatschappelijke opvang - Tijdelijke opvang buitenslapers en noodopvang (Act. 2021: € -) € 50.000 N
Maatschappelijke opvang - Onttrekking nadeel noodopvang aan de reserve € 50.000 V
Maatschappelijke opvang - Reservering bijdrage rijk in meerkosten 2021 Corona € 520.000 N
Het college heeft besloten om de nachtopvang voor daklozen in Ede open te houden, en dus de pilot Buitenslapers te verlengen tot en met 31 maart 2022. Dit ook om te handelen conform de landelijke maatregelen rondom Corona. De extra kosten van de tijdelijke opvang buitenslapers komen ten laste van de reserve maatschappelijke opvang en de hierin opgenomen ontvangen middelen Corona. Voor het jaar 2021 zijn de kosten van de noodopvang geraamd op circa € 740.000, waarbij de werkelijke kosten € 50.000 hoger zijn uitgevallen.
De bijdrage van het rijk voor de meerkosten Maatschappelijke Opvang 2021 is pas bij de decembercirculaire verkregen en om die reden niet geraamd. De rijksbijdrage is als voordeel opgenomen in programma 8, maar via dit programma gereserveerd in de reserve.
Maatschappelijke opvang - Opvang uitgeprocedeerde asielzoekers € 335.000 N
Maatschappelijke opvang - Onttrekking aan de reserve € 335.000 V
In onze centrumgemeentelijke uitkering Maatschappelijke Opvang hebben we sinds 2018 ca. € 0,7 miljoen aan middelen ontvangen voor opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers, die om diverse redenen nog niet naar het eigen land terug kunnen. In 2022 wordt landelijk ingestoken op vijf centra's, waarvoor dan ook de financiering wordt geregeld. De opvang 2018-2022 verloopt via de Vluchtelingenopvangdienst (VOD) met een historische rol voor de gemeente Wageningen en Stichting Welsaam Wageningen. In 2021 is hiertoe € 423.000 gereserveerd voor de verrekening van de subsidiëring VOD door Stichting Welsaam. Het verschil ten opzichte van de verkregen rijksmiddelen 2021 ad € 88.000 is onttrokken aan de reserve. In 2022 gaan we de resterende kosten VOD met hen verrekenen en volgen we de landelijke ontwikkeling.
Maatschappelijke opvang - Overige regionale exploitatie € 160.000 N
Maatschappelijke opvang - Onttrekking aan de reserve € 160.000 V
Het extra versterken van de toegang op de maatschappelijke opvang, alsmede nagekomen kosten vanuit vorige jaren zorgen voor een extra verrekening met de reserve van € 160.000.
Beschermd wonen (Act. 2021: € -) € 95.000 N
De exploitatie beschermd wonen kent in 2021 nagenoeg geen resultaat ten opzichte van de geraamde onttrekking van € 1 miljoen aan de reserve beschermd wonen. Het hier opgenomen nadeel betreft het reserveren van de verkregen rijkscompensatie van meerkosten corona, die als voordeel op programma 8 is verantwoord. De uitvraag van deze meerkosten naar de aanbieders heeft plaatsgevonden en wordt in het voorjaar 2022 afgerond.
Daarnaast zijn er in 2021 wel degelijk een aantal ontwikkelingen en resultaten geweest, die van belang zijn.
De subsidie voor de onrendabele top van de transformatie van vastgoed (pand Geels) heeft plaatsgevonden. Dit geldt ook voor de uitname van € 6,1 miljoen budget ten behoeve de Wet langdurige zorg (Wlz), waardoor ons regionale budget is afgenomen naar € 18,1 miljoen. De daadwerkelijke verschuiving van cliënten kende in 2021 vertraging door de hernieuwde indicatiestelling, waardoor cliënten langer bij gemeenten in beschermd wonen zitten dan bedacht. Op landelijk niveau vindt compensatie plaats voor de hierdoor hogere kosten van gemeenten. Onduidelijk blijft hoe dit voor ons uitpakt. Eventuele effecten worden betrokken bij de reserve Beschermd wonen.
Qua resultaten vallen een drietal effecten tegen elkaar weg, maar sluiten mooi aan bij de gewenste beweging.
Bij de intramurale kosten zien we lagere kosten ter grootte van € 0,7 miljoen, waartegenover meerkosten van € 0,3 miljoen bij de extramurale arrangementen. Een gewenste en beoogde verschuiving, waarbij de extramurale inzet van thuis wonen met begeleiding (ggz-arrangementen) reeds 22% van de werkelijke kosten uitmaakt.
Tenslotte zien we nadeel op de inkomsten uit eigen bijdragen ad € 0,4 miljoen, die vooral te verklaren is door de uitname van de zwaardere zorgcliënten naar de Wlz en het inzetten van ggz-arrangementen, waarmee cliënten in het abonnementstarief van de (lokale) Wmo komen.