De algemene beleidslijn ten aanzien van onderhoud van kapitaalgoederen is dat dit van voldoende tot goed niveau moet zijn. In onderliggende beleids- en beheerplannen zijn zowel de beleidsintenties (zoals spreiding van voorzieningen), als het onderhoudsniveau nader uitgewerkt.
Met het vaststellen van de Perspectiefnota 2020-2023 is besloten tot een differentiatie van het onderhoudsniveau van de kapitaalgoederen in de openbare ruimte. Uitgangspunt is dat op gebiedsniveau afgeweken wordt van het tot dan gehanteerde kwaliteitsniveau. Daarbij wordt de directe woon-/leefomgeving van de burger zoveel mogelijk ontzien. Centraal staat: Spelen, Ontmoeten en Verblijven. In de praktijk betekent dat op onderdelen wordt gedifferentieerd in kwaliteitsniveau B en C. Hierbij worden het centrum, dorpskernen, woonwijken, parken en landgoederen zoveel mogelijk ontzien.
Het onderhoudsniveau dat binnen het vastgoed gehanteerd wordt is minimaal onderhoudsniveau 3 conform de NEN2767-methodiek. Dit is in januari 2017 door de gemeenteraad vastgesteld in de Vastgoednota.
Conform het vastgoedbeleid is in 2021 gestart met het actualiseren van de meerjarenonderhoudsplannen (MJOP). De uitkomsten van deze actualisatie worden begin 2022 in beeld gebracht en eventuele gevolgen worden meegenomen in de Meerjarenbeleidsvisie 2023-2026 en Programmabegroting 2023-2026.
Zoals is vastgelegd in het gemeentelijke inkoopbeleid zorgt de gemeente Ede ervoor dat bij het inkopen milieuaspecten en sociale aspecten in zo veel mogelijk fasen van toepassing zijn: ontwerp, productie, levering, gebruik, onderhoud en einde gebruikscyclus. Hierbij legt de gemeente vooral verbinding naar energie, mobiliteit, afval en het speerpunt ‘Food’. Circulariteit wordt integraal meegewogen bij ontwerpprocessen en uitvoering van projecten en onderhoud in de openbare ruimte.
Naar aanleiding van de veranderde kwaliteitseisen worden relevante beleids- en beheerplannen geactualiseerd, waarbij de nieuwe ambities (kwaliteitscijfers) en de daarop aangepaste financiën worden meegenomen.